(Poeh) vandaag is een moeilijke dag'
er volgt een pauze
(Knorretje) 'wil je erover praten?'
(Poeh na een tijdje) 'nee, ik denk niet dat ik dat wil'
(Knorretje) 'dat is oké'
hij gaat naast zijn vriend zitten
(Poeh) 'wat doe je nu?'
(Knorretje) 'niets eigenlijk,
maar ik weet wat moeilijke dagen zijn
en dan wil ik liever ook niet praten op zo'n moeilijke dag'
'maar weet je,
moeilijke dagen zijn zoveel makkelijker
wanneer je weet dat er iemand voor je is
en ik zal er altijd voor jou zijn Poeh'
en Poeh zat daar zomaar te zitten
liet zijn hele moeilijke dag door zijn hoofd malen
terwijl stevige en betrouwbare Knorretje
naast hem zat te bengelen met zijn korte beentjes.
Poeh bedacht dat zijn beste vriend heel erg gelijk had.
als je vandaag een moeilijke dag hebt, dan wens ik je een Knorretje toe